Op haar buik ligt ze op een matje, omgeven door wat fleurige kussens, te lezen in een blaadje. Af en toe krast ze er met de pen wat in.
"Een boom met drie letters, laatse een 'o'", roept ze richting de zilvergrijze Citroen Picasso.
"Hoe kom je aan die 'o'?" klinkt er vanuit het interieur van de auto.
"Hoezo?"
"Nou, ik ken geen boom met een 'o' op het eind lieverd", een volle lach volgt.
Bij de achterkant van de auto verschijnt een forse vrouw, strakke zwarte legging, ruim vallend hemd, zwaar opgemaakt - vooral veel zwarte mascara - en met een brandende sigaret, die ze tussen twee vingertopjes lichtjes omklemt, in een hoek van haar mond.
"Nee hè, zou ik dan tweeletterige noot niet goed hebben?"
Ze richt zich op en kijkt even in mijn richting om dan snel haar hoofd de andere kant op te draaien. Geen groet, geen knik, geen blik. Ze doet alsof ik er niet ben.
Het gesprek tussen de twee gaat nog een tijdje door. Ik blijf hen volgen, liggend voor mijn tent. Ik eet en drink wat en lach om hun heen en weer gekwetter. Veel van de woorden gaan voor mij verloren, het lijkt wel op spaans maar ik vermoed dat ze nu een dialect spreken: ik versta amper iets. Af en toe wisselen ze bewust naar frans of engels en kijken dan heel even in mijn richting. De glimlach op mijn gezicht is vastgespijkerd, ik verander niets aan die uitdrukking. Op dit moment wil ik lekker bijkomen van de lange dag op de fiets. Hun gekwebbel is een welkome afleiding van mijn gedachten over vermoeidheid en de druk om iets te doen.
Achter mij klinkt een stem in hetzelfde dialect. Wat ik thuisbreng is dat het over mij gaat, voor mij kijken twee paar ogen heel even mijn richting op. De forse knikt vriendelijk, ik zeg "Hola". De vrouw die van de douches komt, beantwoord mijn groet. Ze lijkt wel wat op de forse, maar heeft een opener blik, duidelijk op de wereld om haar heen gericht. Uit haar manier van lopen leidt ik af dat ze zeer zelfbewust is. De aandacht van de drie vrouwen is weer bij elkaar. Ze lachen wat en kijken af en toe eens mijn kant op. Uit alles blijkt dat ze niet goed weten wat en of ze iets met mij moeten. We delen dat gevoel. Ik weet niet of ik nu wel zo'n zin heb in contact met deze dames, hoe spaans ze me ook lijken.
In mijn gedachten komen vragen over hun verhouding tot elkaar naar boven. De liggende met puzzelboekje zou de dochter van de forse kunnen zijn. En dan is de gedouchte mogelijk haar tante. Leuk, en waar zijn vader en oom dan? Zijn de dames samen op vakantie? Hoe lang zijn ze al hier, waar zijn ze al geweest? En wat zoeken ze in dit toeristische oord dat vooral voor pelgrims lijkt te zijn gemaakt? Ze doen me in niets denken aan lange afstandswandelaars, laat staan pelgrims. Ik zou ze eerder situeren in een overvolle badplaats. Oh ja, als je dat 'bad' eraf haalt dan ben je in St. Jean - een toeristisch oord - het klopt dus misschien toch wel en dan ben ík niet op de juiste plek.
Als ik mijn spullen bijelkaar veeg om voor het avondeten het dorp in te gaan, voegen zich nog twee dames bij het spaanse gezelschap. Een magere, lange blonde en een pezige, kleine donkere. Allebei kijken ze nieuwsgierig mijn kant op, de blonde met een open en vriendelijke blik, de pezige met een verlegen glimlach. We groeten elkaar vriendelijk, daar blijft het bij. Tot nog toe heb ik enkel éénmaal 'hola' gezegd, geen van hen heeft ook maar het idee dat ik veel meer spaans spreek en vooral ook versta dan daaruit kan worden opgemaakt. Inmiddels heb ik het vermoeden dat ze catalaans zijn, afgaand op de vele frans klinkende woorden in hun 'dialect'. Naar het dorp wandelend bedenk ik wat ik mis als ik geen contact met ze maak, en wat me weerhoud om een gesprekje met ze aan te knopen. Ik spreek tenslotte voldoende spaans om een grap te maken. Vermoedelijk zijn ze als ik terug kom uit het dorp nog wel op, spanjaarden gaan - net als ik - niet zo erg vroeg naar bed, zeker niet op vakantie. Inderdaad tref ik het groepje voor de tent aan als ik voldaan terug kom rond half elf. Ze hebben het gezellig en praten en lachen op luide toon. Eigenlijk ben ik wel moe genoeg om te gaan slapen, maar met dit lawaai naast mijn tent zal dat lastig worden. Nood is snel deugd en ik pak de halve fles wijn die ik nog heb erbij en ga in het gras liggen genieten van de lekker merlot en het vrolijke gekir van de dames.
De pezige kijkt regelmatig mijn kant op en glimlacht dan even. Ik glimlach terug. Het gesprek gaat af en toe duidelijk over mij, er klinken wat aanmoedigingen voor de pezige om mij aan te spreken. Ze doet - durft - het niet. Ik meet mij weer de pose van mysterieus glimlachende man aan, wat me prima afgaat hier op een paar meter afstand en in het donker. Totdat de pezige een fototoestel pakt en de donkere nacht doorklieft met een oogverblindende flits. Dat laat ik niet op me zitten en binnen een minuut heb ik ook en foto van haar gemaakt, wat zullen we nou krijgen! Uiteindelijk is haar wijnglas blijkbaar leeg genoeg en haar moed zodanig gegroeid dat ze mij ook durft aan te spreken. In gebroken engels, of ik soms versta wat ze zeggen. Het afgelopen uur heb ik welgeteld 381 keer het woord sex gehoord of iets wat daaraan verwant is. Ik antwoord in vloeiend spaans dat ik het niet spreek maar wel erg goed versta. Luid giechelend rollen de anderen over het gras. Het ijs is gebroken, we maken kennis, op afstand hoor ik hun namen, dat ze uit Barcelona komen, collega's zijn en een lang weekend vieren. De pezige - Lola (Dolores) - is de sportiefste. Ze liep eerder een stuk van de camino. Ze valt op door haar guitige kop en sportieve bouw, al ziet ze er nu wel erg vermoeid uit. Samen met de blonde - Mireilla - heeft ze vandaag de eerste etappe van 25 kilomter van de Camino gelopen. Ze hebben nu allebei wat last van hun voeten en benen. Mireilla heeft een prachtige schelp aan haar tasje hangen.
De wijn heeft ons aller stemming aardig opgezweept en we hebben zelf niet zo door dat het spreekvolume tot modaal spaanse hoogten is opgelopen. Een fransman van verderop komt op hoge toon verhaal halen. "Of de chorizo's hun bek willen houden, ze zijn niet thuis!". Ik ben de enige die het scheldwoord oppikt uit zijn tirade. Lichtelijk verbaasd maar ook verontwaardigd blijf ik even stil. De dames knikken dat ze stiller zullen doen. Mokkend en grommend druipt de fransman af. De dames lachen een beetje verontschuldigend, ze vinden het slechts vreemd dat ie zelf zoveel stampij maakt. Ze hadden gisteren ook al wat van hem te horen gekregen. Als ik weer wat bedaard ben - ik voelde me niet aangesproken maar mijn verontwaardiging was voldoende om de man de wind van voren te geven - vraag ik of ze verstonden wat ie zei. "Dat we stiller moeten zijn." Ik leg ze uit hoe fransen spanjaarden doorgaans noemen, ze moeten allemaal erg lachen. Ze beschouwen de man als zielig en snappen zelf ook wel dat ze luidruchtig zijn. Ik ben prettig verbaasd over de rust die ze uitstralen, het raakt ze niet dat anderen boos zijn. Ze hebben een gezonde onverschilligheid tegenover de wereld.
Waarschijnlijk om te voorkomen dat er straks nog meer mensen langskomen om te klagen, staan ze op en maken aanstalten om een wandeling te maken. Carmen - inmiddels door mij bestempeld als de 'aanvoerder' - stapt op me af en vraagt of ik meega. Ik vraag: "naar de disco?" "Ha, nee we gaan een stukje wandelen." "Waarheen?" Het cultuur verschil is duidelijk. Ze hoeven nergens heen, alleen hier even weg. We doen wat spanjaarden doen, en binnen een paar minuten staan we op een volledig verlaten pleintje in het dorp te praten. Het ziet er heel naturel uit, alsof ze dit elke dag doen. Voor mij voelt het onwennig, er is niemand op straat, alle cafe's en restaurants zijn dicht. Het is net half twaalf geweest, St. Jean is denk ik de doodste stad die ik op deze tocht aandeed. Met niets te drinken en te roken, en geen stoel om op te zitten of bar om aan te hangen ben ik niet helemaal op mijn gemak. Toch pas ik me snel aan, mijn spaansvaardigheid vordert per seconde, en voordat ik het weet ben ik in een heftige discussie over taal verwikkeld met Mireilla (de blonde) en Carmen. Mireilla is erg gedreven, Carmen soms wat rechtlijnig. Lola is erg stil - moe van al het glimlachen en knipogen - Toñi heeft niet zo'n zin in discussie en Ana luistert en geeft af en toe zeer kortaf commentaar, met een kwinkslag. Met Carmen had ik op de wandeling naar het dorpsplein een gesprekje over wie wie is in de groep, ze heeft veel aandacht en rust, wat mij helpt om mijn spaans module warm te laten draaien. We eindigen op de trappen voor de kerk en praten een half uurtje met elkaar. Het is prettig om opgenomen te zijn in deze groep en de verschillen te merken. Behalve met Toñi heb ik op de wandeling terug met elk nog een kort gesprekje. Carmen en Ana zijn zussen. Ik ben blij dat ik niets heb gezegd over mijn gedachten dat ze moeder en dochter kunnen zijn. Buiten Mireilla - die QA doet op autopanelen - werken ze allemaal in de textiel industrie, er gaat wat uitleg overheen voordat ik dat begrijp.
De volgende ochtend ben ik behoorlijk gesloopt. Tot een uur of vijf heeft een andere buurman zijn tv aangehad, hard genoeg om mij uit mijn slaap te houden. En daarbij ben ik wat beroerd van het bier, de Grand Marinier en de wijn van gisteravond. Misschien was het iets teveel na zo'n inspannende dag. Dan vergeet ik haast nog de kuil onder mijn tent. In mijn haast om gisteren het plekje naast de spaansen in te nemen was ik niet zo nauwkeurig met het waterpas plaatsen van mijn tent. Met een kuil precies onder mijn matje als resultaat. Wat betekende dat ik elk half uur van mijn matje schoof en daar weer wakker van werd. Maar ach je moet er wat voor over hebben om naast vijf spaanse schonen te staan en ik ben wel mooi met ze allemaal op stap geweest!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten