vrijdag 1 augustus 2008

Mutriku

Rustige weg woeste zee steile kust prachtig land. Kom niet meer terug. Ardennen puistjes hier is klimmen. IJskoude dag eindigt met zonnetje.

donderdag 31 juli 2008

Caliente

Ik heb het heet, eindelijk! Het is prima fietsweer sinds een dag of 2. Gisteren ben ik de grens van Frankrijk naar Spanje overgestoken. Een ervaring die lijkt op het vanuit Nederland Belgie binnenrijden. Een redelijk gedocumenteerde weg, met geciviliseerd verkeer verandert in totale chaos, anarchie, rommel en lelijkheid. Nog geen 100 meter na de grens ben ik al de berm ingereden op een rotonde. De meeste fransen geven je nog wel ruimte, zeker nu ik de laatste weken m´n rijtactiek en plaats op de weg ten faveure van mijn veiligheid en nodige ruimte heb aangepast. Voor iedere rechter bocht neem ik flink wat ruimte naar links, een veilige marge. Doe je dat niet dan krijg je te maken met de van een zeer matige rijstijl getuigende onhebbelijkheid van de fransen om de bocht af te snijden. Hier zou vrijwel iedereen een grote A sticker achter op z´n auto moeten hebben. Frankrijk staat niet voor niets al jarenlang hoog op de ranglijst van meeste verkeerslachtoffers per bevolkingsaandeel. Maar ze houden wel rekening met fietsers.

In Spanje moet ik noodgedwongen zelf vaker in de remmen, en rijd ik continu met helm op. Mijn verzekeringspremie voor een veilige doortocht is flink gestegen. Nee achter het stuur is de spanjaard net een dolle stier, gas geven en maar zien wat er gebeurt, onderwijl bellen, praten, eten en drinken. Ze doen van alles in de auto en verwachten dat de auto hen vanzelf op de juiste bestemming brengt, het liefst precies voor de deur met een ruime parkeerplek. Gaat het mis dan ligt het altijd aan een ander en dat word op een verbaal zeer expressieve manier duidelijk gemaakt. Ik pas me maar snel aan!

Tot Esterria rijd ik eigenlijk noodgedwongen over de provinciale weg. Nee geen fietspad ernaast, gewoon op de rijbaan waar per seconde 10 vrachtwagens me passeren op 10cm afstand. De weg is in onderhoud, leuk voor de toekomst maar nu verschrikkelijk. Oh en dan gaat het ook nog eens boven de 7% omhoog. En is het warmer dan 33 graden. Zo´n 12 kilometer ploeteren tussen al het zware verkeer voordat ik in Esterria een plekje in de schaduw opzoek wat lunch, en mijn GPS probeer te bewegen tot het afgeven van een veiliger route tot San Sebastian. Het lijkt erop dat dat gaat lukken, maar opeens is dan de afstand verdubbeld, ik moet weer een stukje terug om op een secundaire route te komen. Met nieuwe moed probeer ik weer op de N1 te komen, maar vanaf hier ziet het er alemaal nog iets drukker en sneller uit, en het is opeens 2 en 3 baans geworden. Dan toch maar de optie van een stukje terug en 5 kilometer extra met een stevige klim. En inderdaad is die weg redelijk te doen.

Ik had gehoopt in Esterria een kaart met meer detail te kunnen scoren, helaas de papeleria´s waren beiden dicht wegens vakantie. Dat doet hier maar. En eindelijk rijd ik dan Donostia binnen, al na zessen, redelijk afgemat laveer ik tussen het drukke verkeer midden op de weg die ook hier weer in onderhoud is, naar de weg langs de rivier. Even later ontdek ik rechts langs de weg een 2 zijdig fietspad, netjes gescheiden van het snelverkeer. En dan is er weer de rust van het fietsen zoals in Frankrijk, goed idee van die Donostianen. Vandaag ontdek ik dat ze ook een fietsstimuleringsplan hebben, er staan op diverse plaatsen huurfietsen. Het word nog wel eens wat met het fietsen buiten Nederland!

Informacion Turistica vertelt me dat de camping even buiten de stad ligt, een klein maar stevig klimmetje, verder door, dus ik hoef niet terug. "Meer dan vijf kilometer?" vraag ik voor de zekerheid, ik heb er al bijna tachtig gedaan in de hitte en met behoorlijk wat denivelation (1000mtr). "Neuh, eerder 2 ofzo". Het blijken er 6 te zijn waarvan 3 met een stijgingspercentage van boven de 8 en stukjes van 14% zijn ook geen uitzondering hier. Nog ruim een half uur zwaar aan de bak dus. Ik heb wat mentale hulp van twee Ieren, die tegelijk met mij beginnen aan de tocht naar de camping, ook met het idee dat die net om de bocht van de eerste 100 meter klimmen ligt. Zij rijden met minder bagage maar blijven steeds in het zicht. Ik zet mezelf aan om vandaag maar eens mijn maximum vermogen te testen en geef alles wat ik heb om bij te komen. Halverwege de klim protesteren de spieren in mijn rug, krijg ik pijn ter hoogte van mijn lever en voel ik mijn nieren samentrekken van het vocht tekort. Ik schakel op, lichter kan niet, en ga staan om het tempo nog wat op te voeren. Mijn hart en ademhaling haperen niet een keer, tijd om de secundaire systemen eens flink aan de tand te voelen. Wanneer het wat vlakker wordt, heb ik er minder zin in, binnen een tiental seconden recupereert mijn lichaam en zijn alle pijntjes weer verdwenen. "All systems ok"!

Het heeft wat weken geduurd, maar ik denk dat ik nu wel hersteld ben van de aanslag die de antibiotica op mijn fitheid heeft gehad. En inmiddels ben ik ook goed warm gereden. Daar komt nog bij dat ik bij vertrek uit Cambo les Bains eerst La Poste aandoe om 6 kilo en 40 euro lichter verder te rijden. Ik neem afscheid van routeboekjes, wat verzamelde papieren voor mijn logboek, een joggingbroek die ik 1x droeg en m´n reserve handdoek. Het motto 1 is geen gaat overboord. Oh en ik stuur ook de batterijlader terug, vanaf nu is het geen ´groene´ tocht meer, ik ga wegwerpbatterijen kopen voor mijn GPS. Arthur -expert grammenjager- indachtig reduceer ik mijn bagagetotaal gewicht tot onder de 20kg. Nog erg veel voor de gemiddelde fietser, maar voor Bruce een mijlpaal. Ik vrees zelfs een instabiel fietsgevoel vanwege gebrek aan massa. Dan maar weer wat meer eten en drinken ter compensatie. Volumetechnisch ga ik er enorm op vooruit. Het is alsof ik 1 voortas helemaal leeg heb gemaakt. Ruimte voor nieuwe dingen dus ;-)

Op de camping is mijn herstel ook duidelijk te merken, ik maak weer zelf contact met anderen, begin gesprekjes en heb het gezellig. De avond is lang, ik eet in de campingbar, eerst wat tapas en na het doesen een paella. En sluit alles af met een heerlijke Drambuie, waarvan ik maar niet begreep dat ze die in Frankrijk niet hadden. Het is Schots!!! Weer een mysterie opgelost. De porties digestief zijn hier ruim, de Drambuie gaat in een cognacbel en de venezolaanse dame (meisje van 15) achter de bar giet erg lang door, ik tel drie eenheden en roep met een grote grijns: "Stop maar!!!" Pff, moet ik dat allemaal opdrinken. De bar blijft tot 12 uur open, maar om 1 uur gaat pas echt al het licht uit, dan mogen we nog even op het terras achter zitten. Een jong duits stel wil graag de nacht vieren en nodigt me uit om wat met hen te kletsen. Het terras sluit ook, en op de grond bij het kantoortje van de beveiligingsbeamten zetten we het gesprek voort, we hebben nog een laatste drankje uit de bar weten mee te smokkelen. Juan en zijn compañero komen wat klieren en tot 2 uur hebben we een drietalig gesprek met z´n vijven. Het voelt alsof het vijf uur is. Ik herinner mij de nacht in Polleur met de belgen, na de EK finale. Blij dat het wat vroeger is kruip ik tevreden mijn tent in.

Donostia!

Sol calor mar. Caña paella albondigas. Viva la vida. Mañana el ciudad. Después? Pasado mañana! Hasta pronto tonto.

woensdag 30 juli 2008

Igeldo


080730-Igeldo

Dag 36  |  Etappe 31  |  Igeldo  |  11:30:18:45
              |  84,1 km  |  5:30:43  |  1259 m^  |  16,2 km/h
               |  2219,9 km  |  160:14:57  |  17.778 m^  |  14,9 km/h

dinsdag 29 juli 2008

29-7

Kuuroord Cambo. Grote weg enkel afdalen. Zee in neus. Vier het goede leven. Eten drinken aansterken.

maandag 28 juli 2008

Rie-pers

De gebroken low-rider heeft een rubbertje van de kapotte binnenband gekregen om de schokken te dempen zodat ik het irritante geluid van metaal op metaal niet hoor bij elke kuil en drempel. En die zijn er nogal in Frankrijk. Het geheel staat nu onder spanning met 2 aan elkaar gehaakte tie-wraps. Zit sinds 2 dagen na de kelder prima.

Gat in tas gerepareerd met het tape waarmee je alles kunt herstellen. Ben de naam even kwijt, 10 punten voor het juiste antwoord.

Vertekkend uit Luz, bemerkte ik op het prachtige fietspad langs de Gave, over het traject van de oorspronkelijke spoorlijn (14m denivellee sur 17km) dat de linker voortas, die van de breuk, wel erg ver naar buiten zwiepte. Boutje met bevestiging aan voorvork gebroken. Net na lunch ontdekt, nieuw boutje binnen kwartier weer op pad.

Nu speling in voorvork. Ga zo de fietsenmakerd eens bezoeken.

zondag 27 juli 2008

Mujeres o Chicas

Op haar buik ligt ze op een matje, omgeven door wat fleurige kussens, te lezen in een blaadje. Af en toe krast ze er met de pen wat in.
"Een boom met drie letters, laatse een 'o'", roept ze richting de zilvergrijze Citroen Picasso.
"Hoe kom je aan die 'o'?" klinkt er vanuit het interieur van de auto.
"Hoezo?"
"Nou, ik ken geen boom met een 'o' op het eind lieverd", een volle lach volgt.
Bij de achterkant van de auto verschijnt een forse vrouw, strakke zwarte legging, ruim vallend hemd, zwaar opgemaakt - vooral veel zwarte mascara - en met een brandende sigaret, die ze tussen twee vingertopjes lichtjes omklemt, in een hoek van haar mond.
"Nee hè, zou ik dan tweeletterige noot niet goed hebben?"
Ze richt zich op en kijkt even in mijn richting om dan snel haar hoofd de andere kant op te draaien. Geen groet, geen knik, geen blik. Ze doet alsof ik er niet ben.
Het gesprek tussen de twee gaat nog een tijdje door. Ik blijf hen volgen, liggend voor mijn tent. Ik eet en drink wat en lach om hun heen en weer gekwetter. Veel van de woorden gaan voor mij verloren, het lijkt wel op spaans maar ik vermoed dat ze nu een dialect spreken: ik versta amper iets. Af en toe wisselen ze bewust naar frans of engels en kijken dan heel even in mijn richting. De glimlach op mijn gezicht is vastgespijkerd, ik verander niets aan die uitdrukking. Op dit moment wil ik lekker bijkomen van de lange dag op de fiets. Hun gekwebbel is een welkome afleiding van mijn gedachten over vermoeidheid en de druk om iets te doen.

Achter mij klinkt een stem in hetzelfde dialect. Wat ik thuisbreng is dat het over mij gaat, voor mij kijken twee paar ogen heel even mijn richting op. De forse knikt vriendelijk, ik zeg "Hola". De vrouw die van de douches komt, beantwoord mijn groet. Ze lijkt wel wat op de forse, maar heeft een opener blik, duidelijk op de wereld om haar heen gericht. Uit haar manier van lopen leidt ik af dat ze zeer zelfbewust is. De aandacht van de drie vrouwen is weer bij elkaar. Ze lachen wat en kijken af en toe eens mijn kant op. Uit alles blijkt dat ze niet goed weten wat en of ze iets met mij moeten. We delen dat gevoel. Ik weet niet of ik nu wel zo'n zin heb in contact met deze dames, hoe spaans ze me ook lijken.
In mijn gedachten komen vragen over hun verhouding tot elkaar naar boven. De liggende met puzzelboekje zou de dochter van de forse kunnen zijn. En dan is de gedouchte mogelijk haar tante. Leuk, en waar zijn vader en oom dan? Zijn de dames samen op vakantie? Hoe lang zijn ze al hier, waar zijn ze al geweest? En wat zoeken ze in dit toeristische oord dat vooral voor pelgrims lijkt te zijn gemaakt? Ze doen me in niets denken aan lange afstandswandelaars, laat staan pelgrims. Ik zou ze eerder situeren in een overvolle badplaats. Oh ja, als je dat 'bad' eraf haalt dan ben je in St. Jean - een toeristisch oord - het klopt dus misschien toch wel en dan ben ík niet op de juiste plek.

Als ik mijn spullen bijelkaar veeg om voor het avondeten het dorp in te gaan, voegen zich nog twee dames bij het spaanse gezelschap. Een magere, lange blonde en een pezige, kleine donkere. Allebei kijken ze nieuwsgierig mijn kant op, de blonde met een open en vriendelijke blik, de pezige met een verlegen glimlach. We groeten elkaar vriendelijk, daar blijft het bij. Tot nog toe heb ik enkel éénmaal 'hola' gezegd, geen van hen heeft ook maar het idee dat ik veel meer spaans spreek en vooral ook versta dan daaruit kan worden opgemaakt. Inmiddels heb ik het vermoeden dat ze catalaans zijn, afgaand op de vele frans klinkende woorden in hun 'dialect'. Naar het dorp wandelend bedenk ik wat ik mis als ik geen contact met ze maak, en wat me weerhoud om een gesprekje met ze aan te knopen. Ik spreek tenslotte voldoende spaans om een grap te maken. Vermoedelijk zijn ze als ik terug kom uit het dorp nog wel op, spanjaarden gaan - net als ik - niet zo erg vroeg naar bed, zeker niet op vakantie. Inderdaad tref ik het groepje voor de tent aan als ik voldaan terug kom rond half elf. Ze hebben het gezellig en praten en lachen op luide toon. Eigenlijk ben ik wel moe genoeg om te gaan slapen, maar met dit lawaai naast mijn tent zal dat lastig worden. Nood is snel deugd en ik pak de halve fles wijn die ik nog heb erbij en ga in het gras liggen genieten van de lekker merlot en het vrolijke gekir van de dames.

De pezige kijkt regelmatig mijn kant op en glimlacht dan even. Ik glimlach terug. Het gesprek gaat af en toe duidelijk over mij, er klinken wat aanmoedigingen voor de pezige om mij aan te spreken. Ze doet - durft - het niet. Ik meet mij weer de pose van mysterieus glimlachende man aan, wat me prima afgaat hier op een paar meter afstand en in het donker. Totdat de pezige een fototoestel pakt en de donkere nacht doorklieft met een oogverblindende flits. Dat laat ik niet op me zitten en binnen een minuut heb ik ook en foto van haar gemaakt, wat zullen we nou krijgen! Uiteindelijk is haar wijnglas blijkbaar leeg genoeg en haar moed zodanig gegroeid dat ze mij ook durft aan te spreken. In gebroken engels, of ik soms versta wat ze zeggen. Het afgelopen uur heb ik welgeteld 381 keer het woord sex gehoord of iets wat daaraan verwant is. Ik antwoord in vloeiend spaans dat ik het niet spreek maar wel erg goed versta. Luid giechelend rollen de anderen over het gras. Het ijs is gebroken, we maken kennis, op afstand hoor ik hun namen, dat ze uit Barcelona komen, collega's zijn en een lang weekend vieren. De pezige - Lola (Dolores) - is de sportiefste. Ze liep eerder een stuk van de camino. Ze valt op door haar guitige kop en sportieve bouw, al ziet ze er nu wel erg vermoeid uit. Samen met de blonde - Mireilla - heeft ze vandaag de eerste etappe van 25 kilomter van de Camino gelopen. Ze hebben nu allebei wat last van hun voeten en benen. Mireilla heeft een prachtige schelp aan haar tasje hangen.

De wijn heeft ons aller stemming aardig opgezweept en we hebben zelf niet zo door dat het spreekvolume tot modaal spaanse hoogten is opgelopen. Een fransman van verderop komt op hoge toon verhaal halen. "Of de chorizo's hun bek willen houden, ze zijn niet thuis!". Ik ben de enige die het scheldwoord oppikt uit zijn tirade. Lichtelijk verbaasd maar ook verontwaardigd blijf ik even stil. De dames knikken dat ze stiller zullen doen. Mokkend en grommend druipt de fransman af. De dames lachen een beetje verontschuldigend, ze vinden het slechts vreemd dat ie zelf zoveel stampij maakt. Ze hadden gisteren ook al wat van hem te horen gekregen. Als ik weer wat bedaard ben - ik voelde me niet aangesproken maar mijn verontwaardiging was voldoende om de man de wind van voren te geven - vraag ik of ze verstonden wat ie zei. "Dat we stiller moeten zijn." Ik leg ze uit hoe fransen spanjaarden doorgaans noemen, ze moeten allemaal erg lachen. Ze beschouwen de man als zielig en snappen zelf ook wel dat ze luidruchtig zijn. Ik ben prettig verbaasd over de rust die ze uitstralen, het raakt ze niet dat anderen boos zijn. Ze hebben een gezonde onverschilligheid tegenover de wereld.

Waarschijnlijk om te voorkomen dat er straks nog meer mensen langskomen om te klagen, staan ze op en maken aanstalten om een wandeling te maken. Carmen - inmiddels door mij bestempeld als de 'aanvoerder' - stapt op me af en vraagt of ik meega. Ik vraag: "naar de disco?" "Ha, nee we gaan een stukje wandelen." "Waarheen?" Het cultuur verschil is duidelijk. Ze hoeven nergens heen, alleen hier even weg. We doen wat spanjaarden doen, en binnen een paar minuten staan we op een volledig verlaten pleintje in het dorp te praten. Het ziet er heel naturel uit, alsof ze dit elke dag doen. Voor mij voelt het onwennig, er is niemand op straat, alle cafe's en restaurants zijn dicht. Het is net half twaalf geweest, St. Jean is denk ik de doodste stad die ik op deze tocht aandeed. Met niets te drinken en te roken, en geen stoel om op te zitten of bar om aan te hangen ben ik niet helemaal op mijn gemak. Toch pas ik me snel aan, mijn spaansvaardigheid vordert per seconde, en voordat ik het weet ben ik in een heftige discussie over taal verwikkeld met Mireilla (de blonde) en Carmen. Mireilla is erg gedreven, Carmen soms wat rechtlijnig. Lola is erg stil - moe van al het glimlachen en knipogen - Toñi heeft niet zo'n zin in discussie en Ana luistert en geeft af en toe zeer kortaf commentaar, met een kwinkslag. Met Carmen had ik op de wandeling naar het dorpsplein een gesprekje over wie wie is in de groep, ze heeft veel aandacht en rust, wat mij helpt om mijn spaans module warm te laten draaien. We eindigen op de trappen voor de kerk en praten een half uurtje met elkaar. Het is prettig om opgenomen te zijn in deze groep en de verschillen te merken. Behalve met Toñi heb ik op de wandeling terug met elk nog een kort gesprekje. Carmen en Ana zijn zussen. Ik ben blij dat ik niets heb gezegd over mijn gedachten dat ze moeder en dochter kunnen zijn. Buiten Mireilla - die QA doet op autopanelen - werken ze allemaal in de textiel industrie, er gaat wat uitleg overheen voordat ik dat begrijp.

De volgende ochtend ben ik behoorlijk gesloopt. Tot een uur of vijf heeft een andere buurman zijn tv aangehad, hard genoeg om mij uit mijn slaap te houden. En daarbij ben ik wat beroerd van het bier, de Grand Marinier en de wijn van gisteravond. Misschien was het iets teveel na zo'n inspannende dag. Dan vergeet ik haast nog de kuil onder mijn tent. In mijn haast om gisteren het plekje naast de spaansen in te nemen was ik niet zo nauwkeurig met het waterpas plaatsen van mijn tent. Met een kuil precies onder mijn matje als resultaat. Wat betekende dat ik elk half uur van mijn matje schoof en daar weer wakker van werd. Maar ach je moet er wat voor over hebben om naast vijf spaanse schonen te staan en ik ben wel mooi met ze allemaal op stap geweest!

St. Jean Pied de Port


080727-St-Jean

Dag 33  |  Etappe 29  |  St. Jean Pied de Port  |  11:30-18:15
              |  72,3 km  |  4:42:45  |  722 m^  |  15,3 km/h
               |  2089,9 km  |  141:00:31  |  16.123 m^  |  14,8 km/h

Haven voor voeten

St. Jean Pied de Port. Ik vertrek uit Oloron voor een tochtje van 50 km. Met een zware klim, de Col de Osquich, 5km waarvan 3 op en boven de 8%. Alsof je een derde van de Tourmalet met bagage opfietst. De eerste 25km gaan binnen anderhalf uur, beetje vlak langs een riviertje en zonder wind! De derde dag dat ik geen tegenwind heb deze tocht, een bijzondere ervaring. Bij vertrek en inpakken is het bloedheet, ook een nieuwe ervaring, ik zweet al liters voordat ik een meter heb gefietst. Wanneer ik opstap trekt het dicht en het fietst daarna heerlijk, prima omstandigheden en na 10km ook goed asfalt. En opeens ben ik weer thuis: Les Pays-Bas(que). Het landschap wordt iets glooiender, doet zwitsers aan. Prachtige rollende wegen, op en af, telkens met net genoeg snelheid om niet in het rood naar boven te hoeven trappen. Het voordeel van windloos rijden. In Mauleon moet ik er maar eens af, nog een paar km voor de klim en met eem te volle maag kom ik niet echt fijn naar boven. Aan het plein een grand cafe, rond lunchtijd niet zo zin in, want ik ga nu voor een kleine snack, snickers ofzo en een colaatje. En dan op de col ergens lunchen, heb alles bij me.

Ik rijd even een stukje terug, net na de brug stond een renfiets, en er tegenover een typisch spaans aandoend barretje met eetgelegenheid. Nors en een beetje onvriendelijk word ik ontvangen. Ik mag mijn bestelling tot 2 keer toe herhalen voordat uitermate traag en met duidelijke tegenzin het gevraagde voor me staat. Voel me niet echt welkom. Probeer even het ijs te breken: "Wie rijdt er in het geel?" Weer herhalen, het begint vervelend te worden. En dan duidelijk overdreven aangezet: "Weet ik niet, interesseert me niet, heb ik geen tijd voor." Ik laat het erbij en werp een blik op het breedbeeldscherm, de tour staat op. Daarna verdiep ik me maar in het plaatselijk nieuws en bekijk de sportpagina. Aha Sastre, da's geen fransman...

Wanneer ik wil afrekenen, er is geen enkele reden hier nog langer te blijven, komt er een vraagje: "Waar ga je naar toe met die fiets?" Als ik uitleg dat ik van Nederland naar de Pyreneen fiets en de Tourmalet al heb gereden en nu nog naar Baskenland ga, verandert de stemming achter de bar als een donderslag bij heldere hemel. Opeens uitermate geinteresseerd en de vriendelijkheid zelve. Dat het hem aangenaam is dat ik zijn tentje aandoe en of ik nog eens terugkom, enozoverder enzozever. Ik val van mijn kruk van verbazing, leg het geld op de bar, pak snel mijn spullen en sta buiten even na te hijgen van een lichte neiging tot kokhalzen. Hypocrisie ten top. Wanneer ik voorbij de deur fiets volgt er nog een vriendelijke handgroet, ik zwaai net iets te dwangmatig terug.

De ontvangst gisteren in de bar waar ik was leek hier een beetje op, totaal ongeinteresseerd personeel, zelfs bij een vraag of een opmerling amper reactie. Zal het aan de streek liggen? Is dit weer een voorbeeld van gedrag bepaald door context? Ik sla de voorbeelden op, om later hier nog eens over na te denken. Voor nu moet er gefietst worden en stevig ook. Een paar km later begint de klim. De zon is doorgebroken en het is heet, heel heet. Elke kilometer een bordje, zoals op de tourmalet. De eerste kilometer duurt lang, heel lang. Elke volgende gaat het beter, ik stop vaak, zowat elke kilometer. Niet vanwege ademtekort, na de hoogte stage hijg ik hier op deze berg niet eens, zoveel lucht heb ik over, zou makkelijk een conversatie kunnen voeren, als er maar iemand was om, tegenaan te kletsen. Het is eenzaam hier in de hitte zwoegend op deze puist tussen alla anderen. Tot in de verte reiken de toppen, overal is het steil en hoog. Bij kilometer drie komt het zwaarste stuk, altijd vlak voor het eind, wanneer de krachten al bijna verspeeld zijn. Inmiddels is duidelijk dat ik voor de top niet ga lunchen. En dan eindelijk kilometer 4, vanaf nu gemiddeld minder dan 1%.

Boven is er eigenlijk niet veel van een top te zien, meer een zadeltje, omhoog, omlaag en nog even omhoog. Daarna de afdaling. Ik stop meteen na de top bij het restaurant, drink 2 cola's, van die grote van 33cl (prijs EU 2.10 per stuk). En praat even met een hollandsche familie, waarvan de vrouw het maar wat griezelig vindt als ik vertel dat ik al bijna 5 weken alleen op pad ben. Even na hen vertrek ik om een lunchplekje te zoeken. Na een kilometer ben ik op de daadwerkelijke col, met ruim 50 per uur raas ik een bankje met uitzicht voorbij, te laat gezien. Naar beneden gaat het nu soms met 60 per uur, heerlijk! Wat is fietsen toch leuk. Nog wat kleine dorpjes en dan Bunus, waar de geplande camping is. Ik vlieg er voorbij en bedenk dat St Jean maar te halen moet zijn. Er is een fietsenmaker en ik twijfel al een paar dagen over speling in het balhoofd. En die sleutels heb ik bewust niet bij me. En dan neem ik morgen meteen een dag vrijaf.

Links een klein landweggetje en ik ga op zoek naar schaduw. Hier en al vanaf Mauleon, gras landschap, weinig bomen. En het is heet. Nog minstens een half uur bevecht ik de honger, hitte en vermoeidheid om dan in de schaduw van een eeuwenoude eik, naast een veld met schapen, aan de kant van de weg mijn lunch te doen. Net na vieren. Het smaakt allemaal goed en ik blijf wat langer zitten, er volgen nog wat klimmetjes, ook over de grote weg, en ik wil enigszins fris blijven. Veel sneller dan verwacht nader ik St. Jean, kwart voor zes rijd ik het dorpje binnen. Een soort van Valkenburg, helaas dus toch. Dan kost het me een half uur om de camping te vinden. Het route boekje is vaag, ter plaatse staan misschien wel bordjes, maar ik zie ze niet, ze staan in de andere richting. Ik vraag het een keer en rijd dan buiten de stadsmuur om er net voorbij. In een afdaling op een landweggetje nog maar eens vragen. Ja ik ben te ver, maar waar precies weten ze niet. Ik keer om, de site de loisirs is het duidelijk niet, "defense de entrer". Nog maar eens vragen. En ja hoor het ligt BINNEN de stadsmuren. (da's inderdaad ook bij de stadmuur). Kwart over zes, ik ga staan waar ik wil, zo'n camping is het dus en zoek een plekje nabij de douches, naast een spaans kenteken. Twee dames liggen/hangen naast een grote tent en zeggen wel gedag en glimmachen maar daar bijft het bij. Ik installeer, douche, was en ga dan in het dorp wat eten en drinken.

wordt vervolgd