Gisteravond het gigantische onweer over Noord-Frankrijk, het gesprek van de dag. Iedereen heeft wel een verhaal over wat ie deed op het moment dat de hardste donderklappen over het land galmden. Half doof werd de een, de ander voelde het tot in zijn ingewanden. En dan de stortregens. Alsof de Moesson tot in Frankrijk is doorgedrongen. Straten blank, fietsers die tot aan hun assen door de plassen ploeterden. Het schuilen in schuren, bushokjes of zelfs onder bomen - hoe dom gevaarlijk met al die bliksemflitsen.
En vanochtend verwacht iedereen weer de stralende zon van de afgelopen dagen. Want we zijn toch in Frankrijk, en het is toch al juli! Maar niets van dat al! Door de nacht heen vielen talloze kleine buitjes. En nu vanochtend is het druielerig, met af een toe een flinke plens wanneer de wind even aanwakkert. Na de hitte van de afgelopen dagen is dit wennen. Het is niet koud, maar frisjes. Ik vind het eigenlijk wel lekker, mijn verbrande plekken op armen en benen krijgen zo wat rust van de brandende zon en het ademen gaat me ook beter af, meer zuurstof in deze koudere en nattere lucht. Ik voel me fitter en heb eigenlijk wel zin om wat te doen. Want om nu de hele dag in de tent te gaan liggen afwachten tot het stopt met regenen... Alleen de gedachte eraan zet me al tot daden. Ik wandel maar eens rond om hier en daar te vragen naar de verwachtingen, persoonlijk en officieel, over het weer.
Mijn buren uit Bastogne, Ariel en Sara, zien het niet zitten: "We fietsen niet als het regent, daar heb ik geen zin in." luidt zijn duidelijke antwoord. Ik riposteer nog dat het vanmiddag best beter zal zijn, "kijk daar in de verte, richting zuiden, is de lucht al wat lichter dan hier": de aartsoptimist in mij is vanochtend ook wakker geworden. Ze gaan de oude vesting bezoeken. Ik niet, ik ga fietsen, er komen nog genoeg oude stenen op mijn pad en die bekijk ik liever als het droog is. Regen? Fietsen! Nat word je toch en op de fiets heb je daar het minste last van, je bent toch al nat van het zweten. Enig minpuntje is dat het wat kouder aanvoelt. Vandaag is de luchttemperatuur nog ver boven de twintig, deste meer reden om te fietsen. Het is rustig op de weg en het voelt als een maandag waarop half Frankrijk last heeft van het weekend. Maar misschien is dit gewoon een rustige streek. Ik kom maar weinig mensen tegen, de regen wordt langzaam minder, en het golft hier veel aangenamer dan de afgelopen dagen. Eigenlijk is het een prima dag om te fietsen!
Ondanks het weinige verkeer ben ik niet de enige die op pad is. Het is zelfs erg druk op de weg en voortdurend manoeuvreer ik om botsingen, een ongeval met letselschade, of zelfs een dodelijke aanrijding te voorkomen. Honderden, nee duizenden slakken zijn op weg van de ene kant naar de andere kant van de weg. Ze kruisen allemaal mijn route, of nee: ik kruis het pad van al deze euhh wandelaars? Nee kruipers, of wacht: glijders. Ja dat is het ze glijden voort over hun eigen slijm. Maar echt glijden is het niet, want telkens wanneer ze een stukje voortgegleden zijn, moeten ze de glijbaan weer voor hen fabriceren. Alsof Erben Wennemars met een instant ijsmachine op zijn rug, na elke gegleden meter, de volgende weer moet voorzien van een laagje glij-ijs. Dat schiet niet op, alhoewel het me wel een eerlijke uitdaging lijkt. Of, zou ik dan met een asfalteermachine op mijn fiets moeten rondrijden?
Wat er gebeurt met al die slakken is al te voorspelbaar als gruwelijk. De minderheid haalt de finish. Het is geen wedstrijd in wie er het eerst is, het is een wedstrijd in wie er aankomt. Zoals in essentie elke wedstrijd een persoonlijke strijd is, het gaat om jouw finish, het heelhuids aankomen op de afgesproken plek. En de vraag stellen, 'waarom steken die slakken de weg over', is naief. Ze trekken op het moment dat er voldoende vocht in de grond zit. Dat is geen reden maar een biologische vaststelling. Het beestje is geprogrammeerd om dat te doen, vrij naar Darwin is de aanpassing om te trekken bij vochtige grond voor de slak een succesvolle overlevingsstrategie. En ondanks onze slakverdelgingsstroken, blijft de soort toch bestaan. Er is nog geen noodzaak voor de slak om onze wegen te mijden.
We blijven mensen en gaan toch verder op zoek naar een reden voor dit gedrag van de slak. Zou er niet een diepere grond zitten achter het oversteken van de weg, wat haast lijkt op een kamikaze actie? Zijn de slakken levensmoe en is dit hun euthanasie praktijk? Dan ben ik de euthanasie arts zonder papieren, want een enkeling is onder mijn achterband tot prut gedrukt. Bruine prut, die opdroogt tot die bruine vlekjes op de weg die je in Frankrijk veelvuldig ziet een paar dagen na de laatste regen. En ik altijd maar denken dat dat modder was! Is dit het dan, is dit de simpele verklaring voor het gedrag van deze beesten? Een zelfverkozen einde aan hun leven? Of is de werkelijkheid veel gruwelijker, maar ook natuurlijker? En heeft het te maken met het toeval volgens Darwin? Is de eerste slak die ooit stierf op de weg aanleiding voor massa eettoerisme? Want de slak is natuurlijk ook gewoon een voedzaam hapje, vraag maar eens aan een fransman.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten