donderdag 7 augustus 2008

Pinchazo

Na de zomerse stortregens van gisteravond is het vanochtend weer helemaal helder. De lucht ruikt fris en de zon staat scherp aan de hemel. Ondanks het verkeerslawaai van de twee snelwegen waartussen deze camping ligt, heb ik redelijk geslapen. Ik voel me hier wel op mijn gemak, op de camping is het rustig, ik heb een behoorlijk grote kampeerplek, het sanitair is voor Spaanse begrippen goed en ik ben dankzij het eten en drinken in de bar van gisteravond weer redelijk hersteld. Bewust blijf ik zolang als ik de irritatie over het zware verkeer - dat op nog geen 200meter afstand voorbij dendert - kan negeren op bed liggen. Tegen tien uur sta ik onder de douche en ik neem het er ruim van. Ik heb vandaag zin in een dagje rustig aan. En misschien blijf ik hier nog wel een dag, ook al is er hier verder helemaal niets te doen. Behalve dan het zwembad en de uitstekende voorzieningen in de campingbar annex restaurant. In bed heb ik vanochtend uitgebreid de kaart bestudeerd. Inmiddels heb ik me erbij neergelegd dat ik geen detailkaart van het gebied heb. Een kaart waarop je kunt fietsen, schaal 1 op 25.000 óf 50.000. Ik moet het noodgedwongen doen met een kaart voor in de auto, Michelin 573 Regional Espagne: País Vasco/Euskadi (Tweetalig!), Navarra, La Rioja; schaal 1 op 250.000. Een kaart met daarop een gebied dat bijna zo groot is als Nederland. En daarop zoek ik dan de wegen die fietsbaar zijn. Ach, het maakt niet zoveel uit dat ik geen goede fietskaart heb. Die zijn er ook niet hier in Spanje. En alle wegen die er zijn, staan op deze kaart, de infrastructuur zoals die ik gewend ben van Nederland kent men hier niet. Er zijn 4 categorieën wegen: snelwegen, drukke nationale routes, provinciale wegen en lokale wegen. De eerste twee zijn niet aan te raden om op te fietsen, de derde is twijfelachtig en op de vierde moet je nog steeds erg goed opletten. Fietsen doe je hier alleen als je wielrenner bent, of in San Sebastian met de prachtige fietspaden woont. En anders moet je wel suïcidaal zijn. Of buitenlander.

Ik ben verbaasd dat ik na de zware inspanning van gisteren mij verheug op leuke stille weggetjes over de hoogvlakte van Burgos. Montes de Oca heten de bergen hier rondom mij. Langs de noordkant van de AP-1 vind ik de verbinding van hier met Burgos over provinciale wegen. Op de kaart zijn dat witte weggetjes. Ik verwacht vandaag zeker nog wat te stijgen. Monasterio de Rodilla (Het Knielklooster) lig op 850 meter, Burgos net boven de 900 meter. Aan de andere kant van de nationale route rijst het landschap steil op. In het zuiden is het wat glooiender, maar helaas ligt daar geen weg die mij naar Burgos kan voeren. Op de kaart zie ik nog wat toppen boven de 1000 meter, het doet me glimlachen: misschien ga ik vandaag wel weer een record verbreken. Plaatsnamen als Villayerno-Morquillas en Quintanapalla doen me even wegdromen over de route. Wat ga ik vandaag weer ontdekken? Na wat gehannes met de kaart in mijn daarvoor iets te kleine tentje, weet ik deze op te vouwen tot een formaat dat in het doorzichtige kaarthoesje past. Dat is een groot formaat zip-lock zakje dat ik dubbelgevouwen onder twee stukken onderbroekelastiek op mijn triatlonstuur klem. Daarvoor vouw ik eerst de kaart zó dat de route zoveel mogelijk zichtbaar is. Michelin heeft de vouwen niet helemaal goed aangebracht, ze waren nog niet op de hoogte van mijn route van vandaag. Ergerlijk!

Eenmaal ingepakt en opgetast neem ik plaats in de bar. Mijn voorraden zijn niet toereikend voor vandaag en ik heb zin om rustig aan te doen. Dat betekent dat ik ruim tijd neem voor mijn ontbijt. Wat me eerder in Frankrijk niet lukte, gebeurt in Spanje vanzelf: ik adapteer aan de plaatselijke gewoonten. Ik word Spanjaard. Un café con leche en wat zoets om op te starten. Ik neem nog wat zoets van de bar mee voor onderweg en twee flessen water. Tijdens het toilet maken - douchen, scheren, prepareren - pijnigde ik mijn hersenen met de vraag wat het einddoel vandaag moet zijn. Burgos is nog geen 35 kilometer hiervandaan en mogelijk maar een paar honderd meter klimmen. De opties zijn verder beperkt, pas in het ruim 60 kilometer ten zuiden van Burgos gelegen Covarrubias is de volgende camping. Het is al bijna midden op de dag, gisteren had ik 10 uur nodig om 100 kilometer af te leggen. De rede wint het van de drang naar avontuur en de wil tot vooruit. In Burgos ligt vandaag de meet. Het zou ook wat zijn dat ik die stad aandoe en niet even bij de beroemde kathedraal ga kijken. Ik kan mij het commentaar achteraf alweer voorstellen: "In Burgos geweest en niet de kathedraal gezien? Jongen, je hebt echt iets gemist!"

Tremiño

Het zijn maar een paar honderd meter die ik heb af te leggen aan de kant van de drukke N1. Genoeg om zonder klim mijn hartslag op te voeren. In een lang lint jagen de vrachtwagens over wat eens de hoofdstraat van het dorp was. Als ik rechtsaf de kleine kronkelstraatjes induik heb ik nog een paar seconden om om mij heen te kijken voordat de weg sterk oploopt. Alle aandacht is weer bij het klimmen, haast vanaf de start van deze tocht. Het is al na twaalven, ik ben heel rustig opgestaan na een lange verkwikkende nacht. Eigenlijk heb ik wel weer zin om wat te klimmen. En ik heb nog meer zin om ver weg te zijn van de snelweg naar het noorden en deze vreemde pleisterplaats daarlangs. Voor een paar uur waande ik mij in het decor van een roadmovie. Het gevoel dat ik al eerder hier in Noord-Spanje had. En deze keer was het wel een heel slechte roadmovie.
Ik verlang naar rust. Het valt me nog mee dat ik vannacht heb kunnen slapen. Maar de vermoeidheid na de zware tocht van gisteren zal daarvoor het meeste gewicht in de schaal hebben gelegd. Na Santa Marina rijd ik door een droog en stil landschap. Heel af en toe scheurt mij een zware vrachtwagen voorbij, helling op. Ruim drie kwartier waan ik mij alleen op de wereld. Af en toe scheert er een roofvogel boven de schaarse bomen op de hellingen naast mij. Een stevige wind en de ijle lucht maken de hitte van de vroege middag zeer dragelijk. De weg stijgt en daalt in een prettig ritme. Ik voel me op mijn gemak, dit landschap bevalt me uitstekend. Wat huizen langs de weg kondigen Tremiño aan, een klein bergdorpje. Het is lunchtijd en op straat lopen groepjes mensen te slenteren. Iets wat me eerder rond het middaguur in andere dorpjes ook al op viel. Men neemt hier de tijd voor de lunch en koppelt er ook wat lichamelijke beweging aan.

Twee klimmetjes verder en ik zit in een lange gestage afdaling naar Burgos. Licht en helder in mijn hoofd, geen zorgen over hoe ik de volgende kilometers door kom. Dat is het voordeel van een rustetappe. Zowel fysiek als mentaal rust ik vandaag uit. En meteen begint ook het om mij heen kijken en het genieten van de omgeving. Het fietsen is meteen weer leuk. Voor Burgos kom ik uit op een grote rotonde, rechtsaf de grote weg naar Santander. Heel even weer de overweging om toch de boot naar Engeland te pakken. Voor mij uit de snelweg naar León, de omgeving van de Picos de Europa. Die staan ook nog op mijn lijstje. Het wordt linksaf, Burgos is vandaag de eindbestemming, ik onderdruk mijn impulsieve enthousiasme voor het ontdekken van verdere streken. Even goed uitkijken voor al het snelverkeer dat hier met tachtig per uur de rotonde neemt en dan zit ik in de buitenwijken van Burgos. Te lui om op de kaart te kijken of om mijn GPS even uit te zoomen, fiets ik rechtdoor op de weg die voor me ligt. Hoe groot kan dat Burgos nu helemaal zijn? Na een paar kilometer twijfel ik of ik wel goed zit, ik had toch al bij de rivier uit moeten komen? Dan rechts en vanzelf naar het centrum. Niet dus. Ik stop na een viaduct over het spoor om de kaart eens te raadplegen. Mijn andere Michelinkaart voorziet in een overzichtje van Burgos. Die zit in de tas, bij het binnenrijden was ik nog zo vol vertrouwen - tijd zat, nog niet echt moe, bijna thuis - dat ik nonchalant inefficiënt kon zijn. Na 2 kilometer door industriegebied is mijn goede humeur opeens verdwenen, de opgebroken weg maakt het er niet beter op. Ik wil weg hier, en zo snel mogelijk op een terras zitten met een groot koud glas bier en iets stevigs te eten. Buiten een broodje ham en wat snoepgoed uit de campingkantine heb ik vandaag nog niet echt iets gegeten. Dat begint nu na twee uur fietsen zijn tol te eisen.

Santa Marina

Staand gebogen over mijn stuur reikend, frot ik de zijtas open. Ik ben te geïrriteerd om mijn fiets even ergens neer te zetten om in alle rust de tas open te maken om op mijn kaart te kunnen kijken. Ik baal ervan dat ik hier verkeerd rijd, voorzien van kaart en GPS lukte het me niet om in een keer naar het centrum te rijden. Puur uit gemakzucht reed ik maar op de gok Burgos in, denkende dat ik nu wel voldoende ervaring en gevoel heb om met mijn neus het centrum van elke willekeurige stad te kunnen vinden. Zoniet hier. Het kaartje brengt me niet verder, deze wijk staat er niet op. Ik voer een van de straatnamen - Avenida de los Reyes Católicos - die ik op het kaartje zie staan aan mijn GPS. Nog ruim 6 kilometer! Pfft, opeens is mijn rust en kalmte helemaal weg. Ik voel me moe en gestrest. Ik weet dat het nog even duurt eer ik in Burgos centrum ben. Dan volgt nog de zoektocht naar eten en camping. Ik stelde me daarstraks een lekkere middag uitrusten voor, op tijd mijn tentje opzetten en dan de hele middag in de schaduw een beetje luieren en wat eten en drinken. Ik keer terug over het viaduct. Ik háát terugrijden.

De weg naar het centrum is gemarkeerd met flats en drukke wegen. Voorlopig nog geen zicht op de kathedraal. Over een grote boulevard rijd ik nu op het centrum aan. Links en rechts dranghekken, men heeft op mijn komst gerekend! Vóór mij is de weg afgezet, politiemensen controleren de toegang. Ik kijk er eentje aan en knik. Er komt geen reactie en dus fiets ik maar door. De eerste meters met de angst dat men mij terugroept. Als dat niet gebeurt fiets ik iets verwaander door. Ha, dit is het rijk der fietsers. Overal vlaggen en spandoeken. Bij de volgende afzetting vraag ik de agent wat er aan de hand is. De ronde van Burgos heeft vanmiddag hier haar vertrek en aankomst van de eerste etappe. Vanaf hier mag ik niet verder doorrijden. Vóór mij is het gebied waar alle rennersbussen staan en ook het perscentrum is gevestigd. Volgens mijn GPS moet ik wel rechtdoor om bij de Kathedraal te komen. Natuurlijk is dat vandaag mijn eindpunt. Via een zijstraat kom ik op een parallelle grote weg. Links af en dan richting een eenrichtingsstraat. De straten worden smaller, de huizen hoger. Ik nader het centrum. Een stoplicht, groen, ik rijd door. Links van mij twee jonge dames die oversteken. Huh, die hebben toch zeker rood? Ik kijk ze aan en probeer te bedenken wat er hier gebeurt. Ze staren strak voor zich uit, gunnen mij geen blik. Ik bel drie keer snel. Geen reactie, ze lopen in stevige tred door. Mijn hersenen berekenen de twee trajecten die we afleggen en visualiseren het snijpunt van de lijnen waarlangs wij bewegen. De registratie van gebroken glas op het wegdek stuurt mij als op de automaat in een koers die een botsing met de dames zeker stelt. Net als in Covarrubias komt er geen signaal tot remmen. In een laatste poging de dames te ontwijken stuur ik net achter hen langs. Op een haar na mis ik ze, een vloek ontsnapt aan mijn mond. Ik rijd dwars door het glas.

Het gaat allemaal zo snel dat ik me pas erna bewust ben van wat er gebeurde. Ik steek het kruispunt over en sta aan de overkant even uit te hijgen van de stress. Recht voor mij is de ingang van de verboden kant van een eenrichtingsstraat. In de war van de gebeurtenissen daarnet en met een zeer lage bloedsuikerspiegel, registreer ik het bord niet en fiets rechtdoor. De eerste auto's die oprijden toeteren meteen. Terwijl ik stug doorfiets hoor ik pfft, plop, pfffft, plop. Het sturen gaat steeds lastiger. Ik duw eens wat steviger op mijn stuur en zie dan dat mijn voorband leger is dan normaal. Het duurt even voordat mijn hersenen de causaliteit reconstrueren. Ik heb een lekke band! Op zoek naar een veilige plek om te stoppen duik ik rechts de promenade op, daar kijken de voetgangers mij met boze blik aan. Na een paar meter stap ik af, mijn voorband is al helemaal leeg. Links op de hoek smijt ik mijn fiets tegen de muur. Ik heb het even helemaal gehad, wat een klotestad dat Burgos.

Geen opmerkingen: